Jan van Beeck en Peter van Boetbergen, het verraad van Doesburg

In de nacht van 30 op 31 december 1467 is Doesburg door twee van zijn eigen schepenen verraden. Peter van Boetbergen en Jan van Beeck lieten zich voor duizend gulden omkopen om de poorten van de stad open te zetten voor de soldaten van de hertog van Kleef. Toen de Kleefse troepen eenmaal binnen de poorten waren, werd de stad geplunderd en leeggeroofd. Ruim 300 burgers werden als gevangenen weggevoerd. De bezetting duurde nog geen jaar, maar tijdens dat jaar werd de stad zwaar getroffen. De Kleefse hertog eiste hoge losgelden en oorlogsschattingen en door gebrek aan hout werden vele huizen afgebroken om aan brandstof te komen.

De verraders waren na de inname van de stad gevlucht. Van Boetbergen bleef spoorloos, maar Jan van Beeck werd na drie weken opgepakt en gevangen gezet. In april 1468 werd hij ter dood veroordeeld en gevierendeeld.

Verraad van Doesburg

Bronnen

  • J. van Raalten, De Martinikerk van Doesburg. Het hart van een Hanzestad (Doesburg, 2005) 43-44
  • C.A. de Bruin e.a., De vesting Doesborgh. Van landweer tot vestingwal (Doesburg, 1974)