Het grafveld

Bij het uitgraven van een wegcunet in augustus 1998 kwam tot ieders verrassing achter de gesloopte boerderij Aalsbergen van de familie Giesen, een kleine hoeveelheid verbrand bot tevoorschijn (zie nummer 2 op de overzichtskaart). Tijdens het verbreden van het cunet bleken ook op andere plaatsen concentraties verbrand bot aanwezig te zijn met daartussen stukken brons, glasfragmenten en aardewerkscherven. Bij elkaar voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat we een grafveld hadden gevonden.
 

In de eerste eeuwen van onze jaartelling werden de doden niet in kisten begraven (inhumatiegraven) maar gecremeerd. Nabestaanden legden de overledene op een brandstapel en plaatsten soms naast het lichaam bijgaven in de vorm van voedsel, gebruiksvoorwerpen of sieraden. Na de crematie verzamelde men de resten bijvoorbeeld in een urn, en plaatste deze vervolgens in het grafveld. Over eventuele rituelen voor, tijdens en na de crematie is nagenoeg niets bekend.
Zes van de tien grondsporen in het oostelijk deel van het wegcunet op de Kollenburg waren graven. Van de overige sporen behoren twee waarschijnlijk bij het grafveld omdat ze veel houtskool bevatten. Die zouden kunnen wijzen op brandplaatsen. Helaas was er van de zes graven niet één compleet bewaard gebleven. Van alle graven is een gedeelte bij het uitgraven van het wegcunet verdwenen. Het ploegen van het land door de eeuwen heen had ook al voor de nodige verstoring gezorgd. Bij zeker twee graven was de ploeg meerdere malen dwars door de kern getrokken. Daarbij sleepte hij crematieresten soms meer dan een meter mee.
De meeste graven lagen dicht onder het maaiveld, soms slechts dertig centimeter, dus is het begrijpelijk dat er na al die eeuwen niet veel meer van terug te vinden was. Het is zelfs niet ondenkbaar dat complete graven verdwenen zijn.


Zorgvuldig wordt de omgeving van een crematiegraf bekeken. Al het verbrande bot en eventueel aardewerk wordt in kaart gebracht.

 
Omdat een graf bij het graven van rioleringssleuven naast het wegcunet tevoorschijn kwam, is het aannemelijk dat slechts een deel van het grafveld is teruggevonden. Ook is het mogelijk dat rond de nederzetting meerdere begraafplaatsen lagen. De bronzen schaal die Pleyte in 1841 beschrijft, zou mogelijk daaruit afkomstig kunnen zijn. De in 1953 gevonden urn uit het weiland van Kraaijvanger komt zeer waarschijnlijk uit het gevonden grafveld.

Tijdens de opgraving was het onmogelijk om de graven goed te onderzoeken. We stopten daarom de crematieresten in zakken om het later te zeven. Dit gebeurde op een fijnmazige zeef om ook de kleinste voorwerpen niet te missen. Behalve veel verbrand bot en houtskool vonden de amateur-archeologen tientallen druppels gesmolten glas, ijzer, brons en zilver. Deze metaalresten wijzen wellicht op kleine sieraden die behoorden tot de persoonlijke bezittingen van de dode of door zijn of haar nabestaanden waren meegegeven. 


Na zeven blijft dit over van de inhoud van een graf: scherven,
bot, houtskool, druppels gesmolten glas, ijzer, brons en zilver.

Onder de overige vondsten bevonden zich fragmenten van aardewerk zoals kommen van het luxe Romeinse terra sigillata en kookpotten. Op grond van de datering van het terra sigillata dat in zeker twee graven voorkwam, was het grafveld waarschijnlijk in de midden-Romeinse tijd in gebruik en dus ouder dan de onderzochte nederzetting. Bijzonder was de vondst van een stuk van een benen kam en een gedeelte van een benen handvat.

Het botmateriaal kan de nodige informatie van de overledene opleveren. Met behulp van grote stukken verbrand bot kan soms de leeftijd en het geslacht van de dode worden bepaald. De leeftijd kan men eveneens bepalen indien er tussen de crematieresten tanden of kiezen zitten. De kies in één van de graven wees op een kind dat overleden was tussen het derde en maximaal het tiende levensjaar. Voor een nadere determinatie van de overige graven ontbrak tijd en geld.


Dit graf bevatte behalve veel verbrand bot
ook de restanten van een bronzen kistje.

Een ander graf verdient een aparte vermelding vanwege de omvang en de inhoud. Heel bijzonder was namelijk de begraving van crematieresten in een bronzen kistje. Deze wijze van begraven komt in inheems-Romeinse grafvelden niet veel voor. Net zoals de aanwezigheid van glas in ieder graf kunnen dit aanwijzingen zijn voor een hoge levensstandaard van de bewoners van de bij dit grafveld behorende nederzetting.

 

De vondsten

Hoofdpagina

Oud en nieuw